"De motivering schept voor de rechter onduidelijkheid. De rechter wees erop dat gemeente enerzijds de startdatum van inschrijver onrealistisch en onduidelijk vindt, maar anderzijds staat in het bestek dat haar voorkeur uitgaat naar start direct na gunning"

Een aanbestedende dienst moet op grond van artikel 1.9 Aw transparant handelen. Deze transparantieverplichting is met betrekking tot kwalitatieve gunningscriteria in de jurisprudentie als volgt geconcretiseerd:

Van belang is dat:

  1. zodanige criteria worden geformuleerd dat het voor een kandidaat-inschrijver volstrekt duidelijk is aan welke kwaliteitseisen hij moet voldoen,
  2. de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief mogelijk systeem worden beoordeeld en
  3. de aanbestedende dienst zijn uiteindelijke keuze motiveert op een wijze die het voor de afgewezen inschrijvers mogelijk maakt om:
    (a) de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen en
    (b) te controleren of de beoordeling de (voorlopige) gunningsbeslissing rechtvaardigt.

Een aanbestedende dienst moet de inschrijving conform de door hem gestelde eisen beoordelen en mag geen afwegingsregels of subcriteria toepassen, die hij niet vooraf ter kennis van de inschrijvers heeft gebracht, omdat anders in strijd met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie zou worden gehandeld.

De motivering van een gunningsbeslissing mag ook niet haaks staan op de gunningscriteria en de in de aanbestedingsdocumenten opgenomen eisen. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam oordeelde in dat verband onlangs dat een gunningsbesluit van de gemeente Amsterdam in een meervoudig onderhandse procedure, niet deugde.

In de procedure was van inschrijvers (onder meer) een plan van aanpak gevraagd met daarin een planning en beschrijving van de bouwplaats.

De gemeente had het plan van één van de inschrijvers beoordeeld met een 2, waarmee zij slechts 25% van de maximale score behaalde. In het gunningsbesluit motiveerde de gemeente dat de planning die de inschrijver had ingediend, onrealistisch en ongebruikelijk was. Ook vond de gemeente dat niet duidelijk was wat de financiële consequenties zouden zijn als de planning niet werd gehaald.

De inschrijver was het hier niet mee eens, en startte een procedure. Daarin wees zij erop dat de gemeente zelf in het bestek had vermeld dat de voorkeur uitgaat naar een start direct na gunning, eind 2021! In de leidraad was ook aangegeven dat opdrachtverstrekking zou plaatsvinden op 15 november 2021. De Inschrijver was daarom in de planning uitgegaan van een startdatum van 16 november 2021. De inschrijver stelde dat zij al maanden wist dat zij deze opdracht mogelijk zou krijgen en omdat de voorbereiding voornamelijk een administratief karakter heeft, had inschrijver geen “aanlooptijd” nodig.

De gemeente vond toch dat haar beoordeling niet onredelijk was. In de procedure wees de gemeente er op dat de inschrijver bij haar inschrijving twee bouwplaatsen had voorgesteld, waarbij de inschrijver met de gemeente wilde onderzoeken welke bouwplaats de beste oplossing zou vormen. De gemeente vroeg zich af hoe de inschrijver meteen na opdrachtverstrekking kon starten, als eerst nog moest worden afgestemd over de bouwplaats.

De Voorzieningenrechter vond dat de gemeente niet in redelijkheid tot haar oordeel heeft kunnen komen. De gegeven motivering schept voor de rechter onvoldoende duidelijkheid. Daarbij wees de rechter erop dat de gemeente enerzijds de startdatum van inschrijver onrealistisch en onduidelijk vindt, maar anderzijds staat in het bestek dat haar voorkeur uitgaat naar een start direct na gunning. Volgens de rechter lijkt het er op dat met de administratieve voorbereiding snel kan worden begonnen. De voorzieningenrechter merkt op dat het argument dat nog zou moeten worden afgestemd over de bouwplaats, niet in de gunningsbeslissing is opgenomen. Bovendien heeft de gemeente alleen de eerste variant van de bouwplaats inhoudelijk beoordeeld. De rechter vraagt zich af waarom de gemeente niet alleen van die variant is uitgegaan.

De gemeente moet dus aan de slag met een nieuwe motivering van het gunningsbesluit. Overigens stelde de voorzieningenrechter ook op andere punten vast dat de gunningsbeslissing ondeugdelijk was.

De uitspraak onderstreept dat het van belang is om zowel de eisen en de gunningscriteria, als de motivering van de gunningsbeslissing zorgvuldig te formuleren en goed op elkaar aan te laten sluiten!

< Naar overzicht