Op 24 januari 2019 heeft Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij (onder andere) aangaf dat diensten die zien op het sociaal domein zouden moeten worden uitgezonderd van de werking van de Aanbestedingsrichtlijnen (voor zover geen sprake is van grensoverschrijdende interesse).
Een dergelijk geluid is al eerder opgegaan, en heeft zelfs geleid tot een wetsvoorstel voor het schrappen van de verplichte aanbesteding binnen het sociaal domein. Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel blijkt dat de kwaliteit van de zorg niet meer voorop zou staan, dat sprake zou zijn van veeleisende administratieve procedures, dat zowel patiënten en zorgmedewerkers worden belast met onzekerheid, en dat sprake zou zijn van een financiële race to the bottom. De regelgeving zou zelfs leiden tot strijd met het gezondheidszorgbeleid van de Europese Unie. Maar loopt het nu allemaal zo’n vaart?
Gemeenten zijn namelijk niet in alle gevallen verplicht om zorg en diensten aan te besteden. Een gemeente kan ook kiezen voor een subsidierelatie, een open-house constructie of inbesteden. Als een gemeente er al voor kiest om aan te besteden, dan geldt nog niet in alle gevallen een Europese aanbestedingsplicht. Dat is alleen zo als de opdrachtwaarde hoger is dan € 750.000,- of als er sprake is van een grensoverschrijdend belang. Bovendien kan gebruik worden gemaakt van een verlicht regime, dat inhoudt dat vooraf een aankondiging moet worden gepubliceerd, dat de voorwaarden waarop de aanbestedende dienst partijen uiteindelijk selecteert en de procedure transparant, objectief, non-discriminatoir en proportioneel zijn, en dat een aankondiging van de gegunde opdracht moet worden gepubliceerd.
Belangrijker dan de vraag of een uitzondering op de aanbestedingsplicht nodig is – gemeenten hebben immers mogelijkheden om zorg op andere wijze in te kopen – is de vraag of een dergelijke uitzondering wel kàn worden opgenomen in de Aanbestedingswet. De Aanbestedingswet bevat immers de implementatie van de Europese Aanbestedingsrichtlijnen, en in die Europese richtlijnen is bepaald dat inkopen in het sociaal domein met een waarde van meer dan € 750.000,- aanbestedingsplichtig zijn.
Wanneer het wetsvoorstel wordt aangenomen en het sociaal domein wordt uitgezonderd van de aanbestedingsplicht, is het mogelijk dat de Europese Commissie een inbreukprocedure start tegen Nederland, vanwege het niet naleven van Europese regelgeving. De Europese Commissie is een dergelijke inbreukprocedure ook al gestart omdat zij van mening is dat Nederlandse woningcorporaties aanbestedende dienst zijn (lees hier meer over in dit artikel).
Hoe een en ander zich verder zal ontwikkelen, zal de tijd leren. In de tussentijd zijn Nederland en de Europese Commissie wel in gesprek om te bekijken hoe Nederland met betrekking tot de sociale diensten de flexibiliteit in de Europese Richtlijn optimaal kan benutten. Ook wordt uitvoering gegeven aan een ondersteuningsprogramma voor gemeenten en aanbieders, waarbij weloverwogen inzet van inkoop en contractering, goede zorg en ondersteuning, minder administratieve lasten en bijdragen aan transformatie centraal staan.
Wij houden u van de ontwikkelingen op de hoogte!
Meer weten? Neem gerust contact op met het team aanbestedingsrecht.