De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor de eindigheid van de beschikbaarheid van grondstoffen en materialen. In het verlengde daarvan zijn ook nationaal (‘Nederland circulair in 2050’, brief Minister Economische Zaken en Staatssecretaris Infrastructuur en Milieu) en internationaal (‘Maak de cirkel rond’ – EU actieplan voor circulaire economie’) doestellingen geformuleerd om te komen tot volledige circulariteit, onder andere ook in de bouw. Voor het begrip circulair zijn verschillende definities in omloop. In zijn algemeenheid wordt er een economisch systeem onder verstaan dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt. Nu de bouwsector zo’n 50% van het grondstoffenverbruik voor haar rekening neemt, mag duidelijk zijn dat deze sector serieus aan de slag zal moeten om een bijdrage te leveren aan de circulaire agenda.
Nu juist aanbestedende diensten in belangrijke mate als opdrachtgever in grotere bouwprojecten optreden (bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, diverse overheden) ligt het ook binnen hun macht om in die aanbestedingsprocedures aandacht te hebben voor circulariteit. De mate van circulariteit van gebouwen wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin gebruikte onderdelen herbruikbaar zijn (dat wil zeggen, losmaakbaar zijn). Een mooi voorbeeld daarvan is de aanbesteding door het Rijksvastgoedbedrijf van de tijdelijke rechtbank in Amsterdam, waar als eis werd gesteld dat alle onderdelen losmaakbaar dienden te zijn.
Door circulariteit onderdeel te laten zijn van aanbestedingsprocedures kunnen aanbestedende diensten een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen. De vraag is dan echter wel op welke wijze de opdrachtgever in de aanbestedingsdocumenten die duurzaamheidsdoelstellingen kan terug laten komen. In de literatuur zijn inmiddels talrijke voorbeelden te vinden van criteria die passen bij het uitvoeren van gebouwen die gemiddeld circulair dan wel hoog circulair zijn. Ook is er inmiddels een inventarisatie van materialen beschikbaar, waar een ECI waarde aan is toegekend (ECI=Element Circulariteit Index). Dat maakt ook dat aan de hand van objectief vast te stellen normen (bijvoorbeeld de Product Circulariteit Index en verschillende andere indexen), aanbestedingsdocumenten zijn in te richten.
Meer weten over circulair bouwen en de juridische aspecten daarvan? Neem gerust contact op met mr. Jan-Willem van Koeveringe of mr. Marjo Meeuwsen-Dek.