In de theorie van het circulair bouwen gaat men er – kort samengevat – vanuit dat gebruikte materialen die verwerkt zijn in een bouwwerk, bij verwijdering weer hergebruikt kunnen worden in nieuwe bouwwerken en dan wel op een kwalitatief zo hoog mogelijk functioneel niveau. Om dit doel te bereiken heeft de circulaire praktijk al wel als gezichtspunt opgeleverd dat, om dat doel te bereiken, zo veel mogelijk gewerkt moet worden met bouwtechnieken die demontage zonder daarbij beschadigingen te veroorzaken, mogelijk maken. Uiteraard kan dat niet met alle materialen en bestanddelen.
Een knelpunt dat in de praktijk van het circulair bouwen een min of meer centrale plek opeist, is de vraag op welke wijze vraag en aanbod van her te gebruiken materialen elkaar vinden. In de praktijk wordt het door de Nederlandse architect Thomas Rau voorgestane gebouwenpaspoort wel aanbevolen, dat ook wel bekend staat als het “Madaster”. In feite is Madaster een digitale materialenbibliotheek voor gebouwen. In dat systeem wordt verzameld en geregistreerd. De input in het Madaster kan afkomstig zijn uit CAD-gegevens of bijvoorbeeld uit BIM (Bouw Informatie Model)-gegevens.
Uiteraard is van belang dat daarin duidelijk is vastgelegd welke materialen het zijn, wat de beschikbare hoeveelheden zijn en wat de plek is waar ze beschikbaar zijn. Want ook bij het gebruik van Madaster is het zaak om zo dicht mogelijk bij de locatie van hergebruik te zitten, zodat de meerwaarde van uitgespaarde CO2 uitstoot door hergebruik, zo min mogelijk verloren gaat door (te) grote vervoersafstanden van die her te gebruiken materialen.
Madaster is – technisch bezien – ook een blockchain systeem. Een groot voordeel van een blockchain is dat de gegevens van een gebouw duurzaam beschikbaar blijven, zonder dat daar wijzigingen in aangebracht kunnen worden. Met andere woorden, als de informatie eenmaal in dat systeem is opgenomen, zijn ongewenste veranderingen zo goed als uitgesloten. Juist hierdoor is er ook geen trusted third party noodzakelijk.
Kortom, de blockchain techniek kan in de circulaire bouwpraktijk een belangrijke bijdrage leveren aan de ontsluiting van materialen, de kwaliteit en de hoeveelheid van beschikbaarheid ervan en de borging van de kwaliteit ervan.
Meer weten? Neem gerust contact op met mr. Jan-Willem van Koeveringe of mr. Edwin Bregonje.