De ‘Dag van de Scheiding’ valt jaarlijks op de tweede vrijdag van september. Dit jaar valt dat op vrijdag 13 september 2019. In onze praktijk merken wij dat er mensen veel vragen hebben over een toekomstige scheiding en de daarbij horende onzekerheden. Graag geven onze familierechtjuristen enkele tips over onderwerpen waar u zeker bij stil moet staan als u in een echtscheidingsproces zit.
Ouderschapsplan
Heeft u kinderen? Dan bent u verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. In het ouderschapsplan worden afspraken opgenomen over uw kinderen, bijvoorbeeld over de verdeling van de zorg gedurende de week, in weekenden en tijdens vakanties en feestdagen. In dit plan maakt u tevens afspraken over hoe u en uw ex-partner belangrijke keuzes maken voor uw kind, zoals het kiezen van een school, en de financiën met betrekking tot uw zoon of dochter. Inkomen ten behoeve van het kind gaat naar één ouder. Leg daarom ook afspraken hierover vast in het ouderschapsplan. Denk hierbij aan tegemoetkoming van schoolkosten, kinderbijslag, heffingskortingen bij de Belastingdienst en kindgebondenbudget.
Onze ervaring leert dat er na verloop van tijd dingen kunnen gebeuren waardoor het moeilijker kan worden om zaken in onderling overleg te blijven regelen. Wij adviseren u dan ook om concrete afspraken vast te leggen in het ouderschapsplan voor het geval er een moment komt dat er in onderling overleg moeilijk zaken geregeld kunnen worden. Er zijn dan duidelijke basisafspraken om op terug te vallen.
Gezamenlijke woning
Als u en uw partner uit elkaar gaan, moet er veel geregeld worden, vooral als u samen een eigen woning heeft. Als slechts één van jullie eigenaar is van het huis, hoeft de woning niet te worden verdeeld. De eigenaar kan in het huis blijven wonen. Dit is anders als u in gemeenschap van goederen was getrouwd. De woning valt dan in de huwelijksgemeenschap, op grond waarvan u automatisch voor de helft eigenaar en schuldenaar van elkaars bezittingen en schulden bent. Dus ook van de woning en de hypotheekschuld. In geval van echtscheiding zal de woning verdeeld moeten worden. Staat de woning op naam van beiden? Dan zijn er grofweg twee mogelijkheden: de woning verkopen of een van de partners uitkopen.
Boedelverdeling duurt na een echtscheiding vaak nog enige tijd. Zolang de een de ander niet heeft uitgekocht of de woning zelf niet is verkocht, zijn u en uw ex-partner beiden nog eigenaar van de woning.
Bij verkoop kunt u te maken krijgen met onderwaarde. De woning brengt dan minder op dan de hypotheekschuld. In dat geval moet de restschuld onder beide ex-partners worden verdeeld. Als een van beiden in het huis blijft wonen en er is - na taxatie - sprake van onderwaarde, dan vergoedt de vertrekkende ex-partner naar rato zijn of haar aandeel in de woning én de onderwaarde.
Als de hypotheek op naam van beiden staat, bent u samen verantwoordelijk voor de betaling van hypotheeklasten tot het moment van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Wij adviseren u in onderling overleg af te spreken hoe u de lasten onderling verdeelt.
Gelet op het bovenstaande is het goed om concrete afspraken over de verkoop van de woning en voldoening van de lasten op te laten nemen in het echtscheidingsconvenant, dit om mogelijke geschillen in de toekomst te voorkomen.
Partneralimentatie
In sommige gevallen bestaat een recht op partneralimentatie. Dit is zo als u of uw ex-partner niet voldoende inkomen heeft om van te leven. De vermogende partner (alimentatieplichtige) heeft de plicht om daaraan bij te dragen.
Een gangbare afspraak over alimentatie is dat de betalingsplicht stopt als de ex-partner opnieuw gaat samenwonen. Maar wanneer is er sprake van samenwoning? Helaas komt het meer dan eens voor dat de ex-partner in de praktijk samenwoont en aan alle eisen die een rechter stelt aan samenwonen als het ware gehuwd voldoet, maar niet doorgeeft samen te wonen om de alimentatie te blijven ontvangen. Een handreiking hiervoor is om in het convenant op te nemen dat als de relatie van de ex-partner (binnen een af te spreken termijn) na te zijn gaan samenwonen wordt verbroken, de eerdere alimentatieplicht weer herleeft. Het samenwonen kan zo uitgeprobeerd worden en de ex-partner weet dat indien het mis gaat met de samenwoning, er toch weer alimentatie betaald zal worden. Gedurende de samenwoning hoeft er dan geen alimentatie betaald te worden.
De periode dat een ex-partner recht heeft op alimentatie hangt van diverse factoren af; dit is niet per definitie een periode die vanaf de inschrijving van de echtscheiding vast staat. Op dit moment heeft een alimentatiegerechtigde gedurende maximaal 12 jaar recht op partneralimentatie. Indien sprake is van een huwelijk dat korter dan 5 jaar heeft geduurd en waaruit geen kinderen geboren zijn, bestaat een alimentatieplicht gedurende een termijn gelijk aan de duur van het huwelijk. Per 1 januari 2020 zal vermoedelijk de Wet Herziening Partneralimentatie in werking treden. Als hoofdregel zal gaan gelden dat de duur van de alimentatieverplichting de helft van de duur van het huwelijk is, met een maximum van 5 jaar. Daarop zijn enkele uitzonderingen: langdurige huwelijken (langer dan 15 jaar) en huwelijken met jonge kinderen (kinderen jonger dan 12 jaar). De wet zal gelden voor alle echtgenoten die hun echtscheidingsverzoek na de ingangsdatum (waarschijnlijk 1 januari 2020) indienen. De wet heeft geen terugwerkende kracht en geldt dus niet voor de echtscheidingen waarin het verzoek vóór de ingangsdatum bij de rechtbank is ingediend. Bestaande afspraken blijven gelden.
Ouderdomspensioen
Een scheiding heeft gevolgen voor het opgebouwde pensioen over de huwelijkse periode. Het recht over de huwelijkse periode betekent in principe dat ieder de helft krijgt. Dit gebeurt als je geen andere afspraken maakt over de verdeling van het pensioen.
Om na een scheiding het opgebouwde ouderdomspensioen bij pensionering van de ex-partner rechtstreeks van de pensioenuitvoerder te kunnen ontvangen, moet binnen 2 jaar na de echtscheiding een daartoe ontworpen formulier worden gezonden naar de pensioenuitvoerder. Geef je dit niet door binnen twee jaar? Dan heeft het pensioenfonds niet de verplichting om je pensioen te verdelen. Wel blijft het recht op elkaars pensioen bestaan. Je kunt dan onderling afspraken maken over hoe je elkaar het recht op pensioen betaalt. De ene ex-partner moet dan in beginsel het aan de andere ex-partner toekomende deel betalen. Tegen die tijd is er vaak geen contact meer tussen de ex-partners en is het adres onbekend of weigert de ex-partner te betalen, waarna alsnog een procedure moet volgen om hetgeen je toekomt te ontvangen. Denk daarom aan het verzenden van het daartoe bestemde formulier aan de pensioenuitvoerder binnen 2 jaar na de echtscheiding.
Let op, in 2020 wordt de Wet Verevening Pensioenrechten vernieuwd. Vanaf 2020 wordt het pensioen automatisch verdeeld en omgezet in een eigen pensioendeel. Dit heet conversie. Het bedrag dat bestemd is voor de ex-partner, is omgezet naar een eigen pensioen op eigen naam. In het geval van conversie zijn alle koordjes doorgeknipt met de ex die pensioen heeft opgebouwd. Hierdoor ben je niet meer afhankelijk van je ex-partner wanneer je pensioen krijgt. Ook het partnerpensioen voor de ex-partner wordt veranderd: voorheen kreeg de ex-partner het partnerpensioen dat was opgebouwd tot de scheidingsdatum. Dit wordt aangepast naar de huwelijkse periode.
Belastingaangifte
Het laatste waar je aan wil denken is je inkomensbelasting. Uit elkaar gaan heeft echter ook invloed op je belastingzaken. Zolang je getrouwd bent, ben je ook fiscaal partner. Op de site van de Belastingdienst vind je informatie hoe je je belastingzaken het beste kunt aanpakken als je uit elkaar gaat. Mogelijk is het verstandig om nog één keer als fiscale partners de aangifte inkomstenbelasting in te vullen. Dat is wettelijk toegestaan en biedt de kans om nog eenmaal de inkomsten en aftrekposten op gunstige wijze te verdelen. Zie hiervoor ons nieuwbericht van 10 september 2019.
Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met Joke Mikes of Simone van Bree.