"Eén eurocent kan een strafrechtelijke wereld van verschil maken."

De Wet ter voorkoming van Witwassen en Financiering Terrorisme (afgekort: Wwft) is op 1 augustus 2008 in werking getreden. In het bestrijden van witwassen en het financieren van terrorisme zijn in deze wet regels opgesteld die onder meer ongebruikelijke transacties moeten tegengaan. De wet is niet alleen geschreven voor (financiële) instellingen maar ook voor vrije beroepsbeoefenaars, zoals belastingadviseurs, accountants, makelaars, taxateurs, notarissen en advocaten. Als een vrije beroepsbeoefenaar te maken krijgt met een ongebruikelijke transactie dan dient hij deze te melden bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (afgekort: FIU-NL). Hij hoeft niet zelf vast te stellen of er sprake is van witwassen. Voldoende is dat de vrije beroepsbeoefenaar ongebruikelijke transacties herkent en meldt bij de FIU-NL.

Voor de vraag wanneer sprake is van een ongebruikelijke transactie wordt voor de vrije beroepsbeoefenaar aangesloten bij twee objectieve indicatoren en een subjectieve indicator. Voor wat betreft de objectieve indicatoren gaat het om de volgende twee:       

  1. Transacties in verband met witwassen waarvan aangifte is gedaan bij politie en/of justitie, dienen ook aan de FIU-NL te worden gemeld;
  2. Transacties van € 10.000,- euro of meer betaald aan of door tussenkomst van de vrije beroepsbeoefenaar in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen dienen ook aan de FIU-NL te worden gemeld.

Hieronder valt ook de situatie dat de vrije beroepsbeoefenaar de contanten niet accepteert maar zijn cliënt begeleidt of verwijst naar de bank om daar het geld op zijn rekening te storten.

De hier genoemde tweede objectieve indicator is simpel – nu, je zou denken dat die simpel is: het aannemen van een contante betaling van € 10.000,- of meer (eerder was het € 15.000,-), moet worden gemeld bij de Financial Intelligence Unit-Nederland.

In de praktijk heeft de vrije beroepsbeoefenaar te maken met ‘eigen’ verordeningen, reglementen, besluiten en beleidsregels, die bindend zijn voor de leden en de organen van zijn beroepsgroep (NBA, KNB, NOvA, etc.). De praktijk leert echter dat het toepassen van de regelgeving van de Wwft binnen de ‘eigen’ beroepsregelgeving bepaald niet eenvoudig is.

In een zaak waarin door onze strafrechtsectie rechtsbijstand is verleend, speelde onder meer de kwestie dat cliënt, een notaris, in 2012 exact € 15.000,- in contanten in ontvangst had genomen en direct had laten storten op de derdengeldrekening van zijn notariskantoor (toen gold nog het grensbedrag van € 15.000,-, dat is nu verlaagd naar € 10.000,-). Dit in verband met het later op dezelfde dag passeren van de leveringsakte van een woning. Ten tijde van het passeren van de leveringsakte was het (in zijn beroepsgroep geldende) ‘Reglement contanten 2012’ nog niet actueel. In het reglement van de beroepsorganisatie KNB was vermeld het verbod op ontvangen van geldbedragen van meer dan € 15.000,- euro. Met andere woorden, tot en met € 15.000,- euro hoefde de transactie volgens het reglement niet als ongebruikelijk te worden gemeld.

Echter, volgens (een wetswijziging van) de Wwft ging het om een grensbedrag tot € 15.000,- euro (inmiddels dus verlaagd tot € 10.000,-). Cliënt, sinds jaar en dag notaris, kent de beroepsregelgeving en hij heeft een onberispelijke staat van dienst. De wet(swijziging) was toen, en is nu nog steeds, niet doorgedrongen tot de beroepsorganisatie en de praktijk. Dat is ook niet geheel vreemd. Immers, in de praktijk overhandigt niemand een contant bedrag van maximaal € 14.999,99. De Wwft toont hier geen ‘feeling’ met de praktijk. Dit neemt niet weg dat strafrechtelijke aansprakelijkheid aan de orde kan zijn.

Zo ook in het geval van cliënt. In het strafrecht kan één eurocent het verschil maken tussen schuldig of onschuldig. De strafrechter heeft hem hiervoor wel een rechterlijk pardon gegeven. Dat is een schuldigverklaring zonder oplegging van een straf. Voor een ander aan hem gemaakt verwijt is hij vrijgesproken. De officier van justitie heeft hoger beroep aangetekend.

Ons is gebleken dat tot op de dag van vandaag diverse (grote) gerenommeerde notariskantoren nog steeds oude reglementen met betrekking tot contanten hanteren en dat zij zich nog steeds niet of onvoldoende bewust zijn van de wijzigingen omtrent het grensbedrag. De overige meldplichten die voor notarissen aanvullend gelden en de onduidelijke en soms verwarrende berichtgeving over de Wwft, dragen bij aan de nog steeds bestaande misvattingen over de uitleg en toepassing van de Wwft.

Hier ligt dan ook nog een belangrijke taak voor de verschillende beroepsorganisaties. De huidige Wwft sluit niet aan bij de praktijk van vele vrije beroepsbeoefenaren. Om nog niet te spreken van de subjectieve indicatoren uit de Wwft, die het spanningsveld en onduidelijkheid rondom de reikwijdte en de vrijstelling van de meldplicht alleen maar vergroten. De strafrechter zou hier buiten beeld moeten blijven, maar de praktijk leert helaas anders.

Meer weten? Neem gerust contact op met mr. Mayke Goris of mr. Dawn Jacques.

< Naar overzicht