Er is veel te doen over veiligheid bij het gebruik van drones. In de politiek speelt de vraag naar aanscherping van bestaande regels, wat interessant is voor aansprakelijkheidsvraagstukken. In deze blog zal ik daar kort op ingaan. Om te beginnen zal ik echter eerst twee uitspraken bespreken die concreet gaan over de beoordeling van aansprakelijkheid bij schade als gevolg van het gebruik van drones. De EU bereidt momenteel regelgeving voor op het gebied van drones, en ook dat kan niet onbesproken blijven in deze blog. Ik zal tot slot nog enkele overwegingen wijden aan civiele aansprakelijkheid bij dronegebruik.
Vonnissen neergeschoten drone
De Rechtbank Gelderland heeft twee opeenvolgende vonnissen gewezen over een uit de lucht geschoten drone. De rechtbank heeft zich op verzoek van partijen in het eerste vonnis uitgelaten over de vraag of het vliegen met een drone met camera boven het perceel van de buurman onrechtmatig was.
De rechtbank overweegt dat op recreatief gebruik van drones de ‘Regeling modelvliegen’ van toepassing is en dat de eigenaar van de drone onweersproken heeft aangevoerd dat hij niet in strijd met deze regeling heeft gehandeld. Een eigenaar van een drone kan echter ook aansprakelijk zijn op andere gronden dan een eventuele overtreding van de Regeling modelvliegen, zoals een schending van het recht op privacy. De rechtbank overweegt in dat kader dat het recht op privacy ook het recht geeft om zich in de eigen woning vrij en onbespied te voelen. Het feit dat met de drone werd gevlogen en dat hiermee mogelijk camerabeelden werden gemaakt, leveren naar het oordeel van de rechter inderdaad een onrechtmatige daad op. Weliswaar is aangevoerd dat de camera niet aanstond, de onzekerheid over de vraag of camerabeelden worden gemaakt zorgt voor een gevoel van onvrijheid waarvan men in de eigen woning gevrijwaard hoort te blijven, aldus de rechtbank.
In het vervolgens verschenen eindvonnis – partijen hebben na verschijning van het tussenvonnis geen schikking bereikt – ging het over het neerschieten van de drone. Ook dit was onrechtmatig, aldus de rechtbank. De rechtbank acht relevant dat tussen partijen al jaren onmin bestaat over diverse kwesties. De rechtbank oordeelt dat een inbreuk op het recht op privacy niet minder of zwaarder is dan de inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaar van de drone. Zelfs als sprake was van stelselmatige pesterijen met de drone, zoals de buurman stelt, dan nog stond het hem niet vrij om die dan maar uit de lucht te schieten. De rechtbank wijst erop dat er minder vergaande maatregelen beschikbaar waren om de pesterijen te stoppen, zoals het voeren van een kort geding of het inschakelen van de wijkagent. De rechtbank veroordeelt de buurman die de drone uit de lucht heeft geschoten dan ook tot betaling van 50% van de schade aan de eigenaar van de drone.
Verder verklaart de rechtbank voor recht dat de eigenaar van de drone onrechtmatig jegens de leden van het gezin van de buurman heeft gehandeld en verbiedt hij hem op straffe van een dwangsom om boven het perceel van de buurman te vliegen met een drone en gebiedt hij de eigenaar om de gemaakte camerabeelden af te geven aan de buurman, eveneens op straffe van een dwangsom.
Komende EU-regelgeving
De drone zorgt voor actuele uitdagingen, zoals op het gebied van (product-)veiligheid en privacy. Meer specifiek wordt op Europees niveau gewerkt aan het verplicht aanwezig zijn van apparatuur die (realtime) ‘geofencing’ faciliteert. Met geofencing kan, bij optimale werking, een bepaalde geografische zone met één druk op de knop worden afgebakend. Dit kan bijvoorbeeld wenselijk zijn in geval van ongewenste aanwezigheid van drones, bijvoorbeeld op vliegvelden. Verder wordt op Europees niveau onderzocht in hoeverre een registratie- en volgsysteem ten aanzien van drones realiseerbaar is, wat mede in het kader van civiele aansprakelijkheid relevant kan zijn.
In mei 2017 verscheen de Notice of Proposed Amendment 2017-05 (A) van de European Aviation Safety Agency (EASA). Hierin heeft de EASA een raamwerk voor regulering van het ontwerp en het gebruik van drones opgenomen. De consultatietermijn ten aanzien van deze voorgenomen regelgeving is inmiddels verstreken. De planning is om in het laatste kwartaal van dit jaar een voorstel voor de invoering van regelgeving rondom drones bij de Europese Commissie neer te leggen.
Politiek
Voorgenomen aanscherping Regeling modelvliegen
Staatssecretaris Dijksma heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat zij voorstelt om de Regeling modelvliegen, die regels bevat ten aanzien van recreatief gebruik van drones, aan te scherpen. De regels uit de Regeling modelvliegen zijn momenteel namelijk soepeler dan de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen die geldt voor beroepsmatige gebruikers van drones. Het tegenovergestelde lijkt eerder redelijk, aangezien van recreatieve gebruikers eerder te verwachten valt dat zij minder goed kunnen omgaan met een drone. Tegelijkertijd is het voorstel om de regelgeving voor professioneel gebruik juist op bepaalde onderdelen te versoepelen. Verder wil de Staatssecretaris de twee regelingen met elkaar harmoniseren, wat is ingegeven door de verwachting dat het onderscheid tussen recreatief en professioneel gebruik van drones komt te vervallen bij invoering van de EU-regelgeving. Het moment waarop de aanpassingen doorgevoerd gaan worden, hangt blijkens een verslag van een schriftelijk overleg tussen de Vaste Commissie van het Ministerie van Infrastructuur en de Staatssecretaris mede af van de uitkomst van onderzoeken door kennisinstituten TNO en NLR.
Verzekering voor aansprakelijkheid
Veel particuliere verzekeraars zullen op dit moment in beginsel dekking bieden voor schade die is veroorzaakt door een drone met een maximaal gewicht van 20 of 25 kg, zolang de drone onder de Regeling modelvliegen valt. Wel zijn er verzekeraars, die schade als gevolg van ongelukken met drones uitsluiten, bijvoorbeeld als de bestuurder zich niet houdt aan de geldende regels. De beroepsmatige gebruiker van drones dient zich overigens verplicht te verzekeren tegen aansprakelijkheid, en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen dekken niet standaard schade als gevolg van drone-gebruik.
Civiele aansprakelijkheid bij gebruik van drones
De besproken vonnissen laten zien dat het huidige normkader voor het gebruik van drones op zichzelf nog geen bruikbaar handvat is voor de beoordeling van aansprakelijkheid na schade wegens het gebruik van drones. De voorgenomen EU-regelgeving ten aanzien van drones zou volgens de huidige planning in 2019 door de lidstaten moeten worden geïmplementeerd. Interessant is natuurlijk de vraag of de beoordeling van verzekerings- en aansprakelijkheidsvraagstukken naar aanleiding van het gebruik van drones zal veranderen na invoering van de voorgenomen EU-regelgeving.
Ondertussen kan onder meer worden teruggegrepen op de volgende regels:
Productaansprakelijkheid (art. 6:185 BW)
De fabrikant of leverancier van een drone kan aansprakelijk zijn voor schade die wordt veroorzaakt door een gebrek in de drone. Hiervan is sprake als de drone niet de veiligheid biedt die men daarvan, alle omstandigheden in aanmerking genomen, mag verwachten. Wat het redelijk te verwachten gebruik is, is een kwestie van uitleg en ook van timing, zo vloeit voort uit de wet. Mogelijk komt de EU met meer specifieke normen aangaande het in redelijkheid te verwachten gebruik.
Risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige zaken (art. 6:173 BW)
Een bezitter van een drone kan op basis van dit artikel kort gezegd buiten zijn schuld aansprakelijk zijn voor schade als gevolg van het gebruik ervan, als de drone gebrekkig was tijdens het gebruik. Van belang is dat een inherent gevaar aan een drone juist niet zonder meer leidt tot aansprakelijkheid; het moet gaan om een bijzonder gevaar dat ontstaat doordat de drone niet voldoet aan de hieraan gestelde eisen.
Algemene aansprakelijkheid (art. 6:162 BW)
Bij dronegebruik is denkbaar dat de gebruiker of de bezitter van de drone aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad, zoals in de besproken uitspraak het geval was.
Onbestuurbare drone
Een interessante vraag is voor wiens rekening de eventuele schadelijke gevolgen van onbestuurbaarheid van de drone moeten komen: de bezitter of de producent? De producent kan hiervoor mogelijk aansprakelijk zijn, bijvoorbeeld als de drone niet voldoet aan de eisen die op het moment van het in het verkeer brengen van de drone hieraan mogen worden gesteld. Aansprakelijkheid van de bezitter zou mogelijk aan de orde kunnen zijn als geen sprake is van productaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid op grond van gebrekkige zaken kan onder omstandigheden aan de orde zijn als het gebrek is ontstaan nadat de drone zich al bij de bezitter bevond. Ingeval van onduidelijkheid ten aanzien van de oorzaak van de onbestuurbaarheid vormt de onrechtmatige daad een ‘kapstok’ om de beoordeling aan op te hangen. Het is niet uitgesloten dat in dit soort situaties de gevaarzettingsleer uitkomst biedt bij het opvullen van leemtes bij de beoordeling. Op de gevaarzettingsleer ging ik in mijn eerdere blog in.
Conclusie
De regelgeving ten aanzien van het gebruik van drones is volop in ontwikkeling. Na implementatie van de komende EU-regelgeving zal blijken of de beoordeling van aansprakelijkheid in het kader van het gebruik van drones wezenlijk anders wordt.