"Een onderzoek naar wangedrag van een werknemer kan gebruikt worden in een ontslagprocedure als dat onderzoek deugdelijk gevoerd is. De werkgever kan een gerechtvaardigd belang hebben bij het onderzoek zodat er geen sprake is van schending van de privacy"

De Rechtbank Amsterdam heeft op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in de zaak waarin een werkneemster een verbod vorderde op het gebruik van het in het kader van een arbeidsconflict opgesteld rapport over haar gedrag. De rechtbank oordeelde dat de werkgever niet in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) had gehandeld en dat het rapport dus gebruikt mocht worden ter onderbouwing van het ontslag van de werkneemster. Wat speelde er in deze zaak?

De werkneemster is op 1 mei 2017 bij Sanquin in dienst getreden, eerst als project manager en later als program manager. Sanquin heeft werkneemster op 19 april 2018 op non-actief gesteld. Omdat er signalen waren over ongewenst gedrag van de werkneemster ten opzichte van een andere werknemer heeft Sanquin een onderzoek door een onafhankelijk bureau aangekondigd. De werkneemster heeft daarna diverse vragen gesteld over de rechtmatigheid van het onderzoek en de verwerking van haar persoonsgegevens. Uit het onderzoek blijkt dat werkneemster zich dreigend en intimiderend heeft opgesteld. In de e-mail van 23 augustus 2018 heeft Sanquin werkneemster meegedeeld de arbeidsovereenkomst met haar te willen beëindigen, onder gelijktijdige toezending van het rapport. De dag erop heeft werkneemster een klacht ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) tegen het bedrijf dat het onderzoek heeft verricht, en zij heeft Sanquin verzocht haar persoonsgegevens te verwijderen, waaronder het rapport, omdat de informatie volgens haar onrechtmatig is verkregen. Sanquin heeft dat geweigerd, en werkneemster vordert daarom in kort geding onder meer om Sanquin te verbieden het rapport met de daarin vervatte informatie over werkneemster te gebruiken in de ontslagprocedure.

De rechter in kort geding oordeelt als volgt over deze vordering.

Sanquin heeft het onderzoek uitbesteed aan een bureau dat zich met name bezighoudt met het geven van adviezen, cursussen en het doen van onderzoek op het gebied van ongewenst gedrag op de werkvloer en de zorg voor een veilig werkklimaat. Dat bureau heeft daartoe interviews afgenomen met de betrokkenen (onder wie werkneemster) en aan de hand daarvan is het rapport opgemaakt. Werkneemster heeft allereerst gesteld dat de verwerking van haar gegevens onrechtmatig is, omdat het bureau gegevens heeft verzameld zonder te beschikken over een vergunning op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wbpr), terwijl de werkzaamheden van het bureau moeten worden aangemerkt als ‘recherchewerkzaamheden’ in de zin van die wet. De rechter in kort geding volgt dat standpunt niet omdat de werkzaamheden van bedrijf niet beschouwd kunnen worden als recherchewerkzaamheden. Het rapport is namelijk uitsluitend gebaseerd op interviews met betrokkenen en op door betrokkenen (met name werkneemster zelf) aangeleverde gegevens en niet op gegevens die (al dan niet heimelijk) via het onderzoek boven tafel zijn gekomen. Het rapport is dan ook op deugdelijk wijze tot stand gekomen, en daarmee niet onrechtmatig in de zin van artikel 5 AVG.

De rechter in kort geding oordeelt daarnaast dat de werkneemster op basis van de AVG niet kan eisen dat Sanquin (de inhoud van) het rapport buiten beschouwing laat. Sanquin is namelijk niet degene die het rapport heeft opgesteld en vooralsnog is niet gebleken van enig onrechtmatig handelen van Sanquin bij de totstandkoming daarvan. Sanquin heeft alleen de contactgegevens van werkneemster verstrekt, en geen andere persoonsgegevens. Sanquin heeft daarbij terecht naar voren gebracht dat zij een gerechtvaardigd belang heeft, zoals neergelegd in artikel 6 sub f van de AVG, namelijk om een onderzoek te laten verrichten naar mogelijk ongewenst gedrag van werkneemster op de werkvloer. Sanquin is ook transparant geweest over dat onderzoek. Sanquin heeft dan ook niet in strijd met de AVG gehandeld. De vorderingen worden afgewezen en het onderzoeksrapport kan gebruikt worden in de ontslagprocedure tegen de werkneemster.

Meer weten? Neem gerust contact op met mr. Matthijs Hoekstra of mr. Jelle van Roeyen.

< Naar overzicht