"Voor werkgevers die oproepkrachten in dienst hebben die op 1 januari 2020 twaalf maanden of langer in dienst zijn, betekent dit dat zij uiterlijk in januari 2020 een aanbod moeten doen aan de oproepkrachten"

Met de inwerkingtreding van de WAB verandert ook de regels die gelden voor oproepovereenkomsten.

Volgens de nieuwe wetgeving moet de werkgever de oproepkracht ten minste vier dagen van te voren oproepen. De werknemer kan niet verplicht worden om arbeid te verrichten als de oproep niet ten minste vier dagen van tevoren schriftelijk of elektronisch aan de werknemer kenbaar is gemaakt. Als de werkgever binnen vier dagen voor de aanvang van de arbeid de oproep volledig intrekt of wijzigt, dan heeft de werknemer recht op loon waarop hij aanspraak zou hebben als hij de arbeid overeenkomstig de oproep zou hebben verricht.

Werkgevers krijgen daarnaast de verplichting om na twaalf maanden oproepwerk de oproepkracht een vaste arbeidsomvang aan te bieden. De aan te bieden arbeidsomvang dient ten minste gelijk te zijn aan de gemiddelde omvang van de arbeid in die voorgaande periode van twaalf maanden. Dit wordt vastgelegd in het nieuwe artikel 7:628a lid 5 BW. De vaste aanbieding moet binnen één maand schriftelijk of elektronisch worden gedaan. Voor werkgevers die oproepkrachten in dienst hebben die op 1 januari 2020 twaalf maanden of langer in dienst zijn, betekent dit dat zij uiterlijk in januari 2020 een aanbod moeten doen aan de oproepkrachten. Een werknemer is niet verplicht om het aanbod te accepteren. De verplichting om een vaste arbeidsomvang aan te bieden geldt steeds na een periode van twaalf maanden. Als een werkgever de verplichting om zo’n aanbod te doen niet nakomt, dan heeft de werknemer recht op loon gelijk aan het aantal gemiddeld aantal arbeidsuren over de achterliggende twaalf maanden.

Werkgevers die oproepkrachten in dienst hebben die twaalf maanden of meer hebben gewerkt, dienen dus alert te zijn op de verplichting om een vaste arbeidsomvang aan te bieden in januari 2020.

< Naar overzicht