Wat te doen als je overlast ondervindt van een boom die op gemeentegrond staat? Een inwoonster van de gemeente Boxmeer dacht een praktische oplossing te hebben gevonden: zij verzocht het college van B&W om een bestuurlijk rechtsoordeel of een omgevingsvergunning vereist is voor het vellen van de betreffende boom, en zo ja of zij een vergunning mocht krijgen.
Het college heeft de aanvraagster laten weten dat voor het vellen van de boom een vergunning nodig is, maar het verzoek buiten behandeling gelaten omdat aanvraagster geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2 Awb. Vervolgens is aanvraagster in beroep bij de rechtbank en daarna in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) gegaan.
De Afdeling overweegt dat de jurisprudentie over het belanghebbende-begrip bij de vergunningaanvraag voor het bouwen van een bouwwerk van overeenkomstige toepassing is op de vergunningaanvraag voor het vellen van een boom.
Een aanvrager om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt in beginsel als belanghebbende aangemerkt, tenzij aannemelijk is gemaakt dat het bouwplan niet kan worden verwezenlijkt. Overigens is dit criterium recent gewijzigd, voorheen was het criterium namelijk dat aannemelijk moest zijn dat het bouwplan nimmer kon worden verwezenlijkt.
In dit verband overweegt de Afdeling dat vaststaat dat de gemeente eigenaar is van de boom en dat zij de boom niet wil (laten) vellen. Het is daarom niet aannemelijk dat aanvraagster, indien de vergunning zou worden verleend, de boom zal kunnen (laten) vellen. Onder die omstandigheden is aanvraagster niet aan te merken als belanghebbende en heeft het college terecht de aanvraag buiten behandeling gelaten. De creatieve aanpak van de aanvraagster leidde dus niet tot het door haar gewenste resultaat.
Meer weten over het belanghebbendenbegrip? Neem gerust contact op met mr. Carolien de Snoo-Verhage of mr. Jolanda van Koeveringe-Dekker.