"Het doel van het wetsvoorstel is om het onderscheid tussen gehuwde ouders enerzijds en ongehuwde ouders anderzijds met betrekking tot de uitoefening van het gezag weg te nemen"

In tegenstelling tot de gehuwde partner van de moeder verkrijgt de ongehuwde partner die zijn of haar kind erkent op grond van de huidige wetgeving niet automatisch het gezag. Daar gaat in de nabije toekomst mogelijk verandering in komen.

Door Tweede Kamerleden V.A. Bergkamp (D66) en J. van Wijngaarden (VVD) is in dit kader een initiatiefvoorstel ingediend. Hun wetsvoorstel ziet erop om ook door erkenning van rechtswege gezamenlijk gezag te laten ontstaan. De erkenner krijgt dan samen met de moeder het gezamenlijk gezag over het kind. Dit voorstel is op 24 november 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.

Huidige wetgeving

Indien een kind wordt geboren binnen een huwelijk of een geregistreerd partnerschap, dan verkrijgen beide ouders in beginsel van rechtswege samen gezag over dit kind. Is dit niet zo, dan krijgt alleen de moeder van rechtswege gezag. De partner van de moeder van het kind kan het kind met de toestemming van de moeder of de vervangende toestemming van de rechter erkennen. De ongehuwde partner van de moeder die een kind erkent, verkrijgt echter niet automatisch het ouderlijk gezag. Ouders die samen het gezag willen uitoefenen moeten dan eerst bij de rechtbank een verzoek tot gezamenlijk gezag indienen.

Toekomstige wetgeving

Het doel van het wetsvoorstel is om het onderscheid tussen (kinderen geboren uit) gehuwde ouders enerzijds en ongehuwde ouders anderzijds met betrekking tot de uitoefening van gezag weg te nemen. Met het wetsvoorstel krijgen beide ouders krijgen automatisch zeggenschap over het kind, tenzij een van hen bijvoorbeeld daar niet toe in staat is of er gezamenlijk wordt besloten dat het gezag exclusief bij de moeder komt te liggen.

Het blijft dus ook mogelijk dat beide ouders geen gezag hebben of dat één van de ouders eenhoofdig gezag heeft. Zo ontstaat er bijvoorbeeld geen gezamenlijk gezag, indien een voogd met de voogdij over het kind is belast of indien de ouder die het gezag heeft, dit gezamenlijk met een ander dan een ouder uitoefent. Er zijn daarnaast gevallen denkbaar waarin geen van de ouders bevoegd is om het gezag uit te oefenen, of ouders die gezamenlijk verklaren dat het gezag bijvoorbeeld alleen bij de moeder ligt.

In bijzondere gevallen, of in het geval ouders het onderling niet eens kunnen worden, dan bepaalt de rechter wie het gezag krijgt. Met deze regeling moet voorkomen worden dat een verzoek om erkenning wordt afgewezen omdat het gezamenlijk gezag in dat geval niet wenselijk is.

Vanaf wanneer geldt de nieuwe wetgeving?

De Tweede Kamer heeft op 24 november 2020 ingestemd met het wetsvoorstel. Wanneer de nieuwe wet in gaat, hangt af of de Eerste Kamer gaat instemmen met het wetsvoorstel zoals het er nu ligt. Pas wanneer ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, zal de wet in werking treden na publicatie van het wetsvoorstel in het Staatsblad. Een specifieke datum voor de inwerkingtreding is nog niet bekend.

Meer weten? Neem gerust contact op met mr. Joke Mikes, mr. Gülsüm Yilmaz of mr. Simone van Bree.

< Naar overzicht