De Arbeidsomstandighedenwet, in de volksmond meestal “de Arbowet” genoemd, wijzigt per 1 juli 2017.
De Arbowet geldt voor alle werkgevers en werknemers in Nederland, niet alleen voor werknemers in vaste dienst, maar ook voor deeltijd- en flexwerkers zoals uitzendkrachten. Het doel van de wet is dat er veilig wordt gewerkt. De wetgever wil beroepsziekten en arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten zoveel mogelijk voorkomen. De wijzigingen in de Arbowet hebben betrekking op de rol van de verschillende betrokkenen binnen en buiten de bedrijfsvoering. Daaronder vallen natuurlijk de werkgever en de werknemer, maar ook de arbodienst, bedrijfsarts en de preventiemedewerker. Ook is er een rol weggelegd voor de Ondernemingsraad (OR) of een ander medezeggenschapsorgaan zoals de personeelsvertegenwoordiging (PVT).
In de nieuwe Arbowet krijgen werkgevers en arbodienstverleners meer verplichtingen en werknemers meer rechten.
In het navolgende worden de wijzigingen in de Arbowet besproken waarbij de volgorde van deze wet wordt aangehouden.
De preventiemedewerker (art. 13 en 14 Arbowet)
Op basis van de huidige Arbowet moet elke werkgever minimaal één preventiemedewerker in dienst hebben. De preventiemedewerker krijgt in de nieuwe Arbowet een sterkere positie. Hij zal de bedrijfsarts/werkgever en de OR of PVT adviseren en nauw met hen samenwerken inzake de genomen en de te nemen maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Verder krijgt de OR instemmingsrecht ten aanzien van de keuze van de preventiemedewerker en diens positionering. Art 27 van de Wet op de ondernemingsraden zal hierop van toepassing zijn.
Uitbreiding taken en verplichtingen bedrijfsarts (art. 14 Arbowet)
De taak van de bedrijfsarts is niet meer alleen het verlenen van “bijstand”. De taak van de bedrijfsarts wordt uitgebreid. Het gaat daarbij om de volgende wijzigingen:
Vrije toegang
De bedrijfsarts moet iedere werkplek kunnen bezoeken. Op die wijze krijgt de bedrijfsarts informatie over de arbeidsomstandigheden van de werknemers. Deze kennis heeft de bedrijfsarts nodig bij de uitoefening van zijn functie.
Bezoekrecht bedrijfsarts
Iedere werknemer krijgt het recht om zonder toestemming van de werkgever, de bedrijfsarts te bezoeken. Werknemers die vragen hebben over hun gezondheid in relatie tot hun werk kunnen die vragen dan aan de bedrijfsarts stellen. Dit recht bestaat ongeacht of de werknemer klachten heeft en/of reeds ziek gemeld is. Het doel hiervan is juist om te voorkomen dat klachten en verzuim optreden.
Second opinion
Ook krijgt een werknemer het recht om op kosten van de werkgever een second opinion te vragen bij een andere bedrijfsarts.
Klachten
Alle bedrijfsartsen moeten een klachtenprocedure hebben op basis waarvan werknemers een klacht kunnen indienen.
Samenwerking met preventiemedewerker en OR/PVT of werknemers
De bedrijfsarts dient nauw samen te werken met en te adviseren aan genoemde personen en organen inzake te nemen, genomen en uit te voeren maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid.
Advisering
Als preventiemaatregel moet de bedrijfsarts de werkgever adviseren over het toepassen van preventieve maatregelen om werknemers veilig te laten werken. De werkgever is verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding als werknemers arbeidsongeschikt zijn. De bedrijfsarts adviseert de werkgever hieromtrent.
Basiscontract (art. 14)
Een basiscontract biedt iedereen die daarbij partij is houvast en dient tot bescherming van de werknemers. In het basiscontract worden de in de wet (art. 9, 14 en 14a) vastgelegde rechten en plichten voor de betrokkenen (werkgever, werknemer, arbodienst, bedrijfsarts) opgenomen en de wijze waarop daaraan uitvoering zal worden gegeven. Vanaf 1 juli 2017 is het basiscontract wettelijk verplicht en dienen contracten die na deze datum worden gesloten aan de eisen daarvan te voldoen. Bestaande contracten blijven gelden tot de datum waarop deze eindigen, maar niet langer dan tot 1 juli 2018.
NB: In lid 1 van artikel 14 wordt bepaald dat de werkgever zich laat adviseren door een of meer deskundige personen ten behoeve van wie overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven of die als bedrijfsarts is ingeschreven in een erkend specialistenregister (art. 14 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). In de wet wordt regelmatig verwezen naar deze “deskundige personen” of specifiek naar “de bedrijfsarts”. Het is dus van belang om goed na te gaan op wie welke verplichtingen rusten.
Samenwerking werknemers arbodienst met preventiemedewerker(s)/OR of PVT (art. 14a)
De werknemers van een arbodienst moeten op basis van het nieuwe 4e lid van artikel 14a nauw samenwerken met en adviseren en medewerking verlenen aan de preventiemedewerker(s), de OR of PVT (of bij gebreke daarvan, de belanghebbende werknemers) inzake te nemen, genomen en uit te voeren maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Het niet naleven van deze verplichting door werknemers van een arbodienst wordt aangemerkt als een overtreding.
Vordering tot nakoming (art. 27 Arbowet)
Art. 27 is uitgebreid ten aanzien van de verplichtingen waarvoor een eis tot naleving kan worden ingesteld door de Inspectie SZW. De uitbreiding heeft onder meer betrekking op het recht van een second opinion, de klachtprocedure van de bedrijfsarts en de adviesplicht van de bedrijfsarts ten aanzien van preventieve maatregelen betreffende het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid zoals bedoeld in art. 3 Arbowet.
In lid 6 van artikel 27 is bepaald dat voor de toepassing van het eerste tot en met het derde lid van art. 14 de bedrijfsarts met de werkgever gelijk wordt gesteld. En ten aanzien van de naleving van artikel 14 tweede lid onder I (samenwerking) worden de deskundige personen met de werkgever gelijkgesteld. Dit betekent dat meerdere personen verantwoordelijk zijn voor de nakoming van deze bepalingen.
Stillegging van werk wegens recidive (art. 28a Arbowet)
In art. 28 a, 1e en 2e lid wordt “aan de werkgever” vervangen door “aan de werkgever of de zelfstandige”. Kort gezegd betekent dit dat ook een ZZP-er, indien aan de in lid 1 en 2 bepaalde voorwaarden is voldaan, een schriftelijke waarschuwing kan krijgen bij overtreding van de wet en dat bij recidive de werkzaamheden kunnen worden stilgelegd.
Overtredingen (art. 33)
De wijzigingen van dit artikel houden een uitbreiding van het aantal overtredingen in. De Inspectie SZW krijgt daardoor meer mogelijkheden om sancties op te leggen bij het niet naleven van de regelgeving en het basiscontract.
LET OP!
Bestaande basiscontracten blijven gelden tot de datum waarop deze eindigen, doch uiterlijk tot 1 juli 2018. Het is dus aan te bevelen dat u de bestaande (basis)contracten onder de loep neemt en (zonodig) tijdig aanpast aan de daaraan gestelde eisen van de nieuwe Arbowet. Een aanpassing kan plaatsvinden door het maken van een nieuwe overeenkomst of het opstellen van een addendum bij het bestaande contract. Basiscontracten die na 1 juli 2017 worden gesloten, dienen onmiddellijk aan de nieuwe Arbowet te voldoen. Wilt u hier hulp bij? Neemt u dan contact op met mr. Tilly Neve-van der Leden of een van de andere leden van ons Team Arbeidsrecht. Wij helpen u graag!