In tijden van corona houden bedrijfsartsen veelal telefonische consulten met arbeidsongeschikte werknemers. Zowel de werkgever als de bedrijfsarts zijn afhankelijk van de informatie die een werknemer deelt. Van een werknemer mag dan ook extra eerlijkheid worden gevergd bij een telefonisch consult. Dat oordeelde de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in een zaak waarbij de werkgever de werkneemster op staande voet heeft ontslagen omdat zij zich aan de telefoon veel minder goed voordeed dan zij in feite was (zaaknummer 9156426 AR VERZ 21-26).
In deze zaak speelde het volgende.
Werkneemster is op 19 mei 2019 in dienst getreden bij Maral Coatings. Op 11 januari 2021 is zij wegens knieklachten uitgevallen. Op 21 januari 2021 heeft de bedrijfsarts werkneemster telefonisch gesproken. Uit het advies van de bedrijfsarts volgt dat verwacht wordt dat werkneemster per 1 februari 2021 mogelijkheden heeft om te
re-integreren door in de ochtenden 2-3 uur per keer te werken.
Op 27 januari 2021 heeft de werkgever telefonisch contact opgenomen met werkneemster en haar gewezen op het advies van de bedrijfsarts om te starten met de re-integratie. Werkneemster heeft hierop aangegeven dat dit slechts een advies is en dat zij niet in staat is tot werkhervatting. Op 1 februari 2021 is zij dan ook niet verschenen op het werk.
Enkele dagen later neemt de bedrijfsarts opnieuw contact op met werkneemster. De door de bedrijfsarts opgestelde probleemanalyse vermeldt dat werkneemster inmiddels vertroebelde arbeidsverhoudingen ervaart. Medisch gezien heeft de bedrijfsarts geen bezwaren om te starten met terugkeer in afgebakende taken. De werkgever neemt telefonisch contact op met werkneemster voor een terugkoppeling. Als de werkgever vraagt wat werkneemster zoal doet de hele dag, antwoordt zij niks te kunnen doen mede vanwege haar medicijngebruik. De werkgever komt er op 16 maart 2021 via de werk-pc van werkneemster achter dat werkneemster op 13 februari 2021 een Facebookpagina had opgericht voor de verkoop van schoonheidsproducten en op 22 februari 2021 een Facebookpagina waarmee zij bingoavonden organiseerde om de schoonheidsproducten te verloten. Werkgever heeft werkneemster uitgenodigd voor een gesprek op kantoor, maar werkneemster is niet verschenen onder meer vanwege haar medicijngebruik. Vervolgens heeft werkgever werkneemster op staande voet ontslagen.
In de procedure overlegt de werkgever filmpjes waaruit blijkt dat werkneemster bingoavonden heeft georganiseerd. De indruk die werkneemster maakt op de filmpjes komt in het geheel niet overeen met het beeld dat werkneemster van zichzelf heeft geschetst. Werkneemster zat zogezegd zwaar onder de medicijnen en zij was naar eigen zeggen in feite in staat tot niets behalve het overgrote deel van de dag versuft op de bank liggen. De kantonrechter overweegt dat uit de filmpjes de indruk die zij heeft gekregen er een is van geconcentreerdheid, snelheid, focus en accuraatheid. Het lijkt er dus op dat werkneemster meer kon dan zij tegenover de werkgever en de bedrijfsarts heeft verklaard. Werkneemster heeft welbewust een ander, veel minder rooskleurig beeld geschetst met betrekking tot haar belastbaarheid. Dit levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet, zeker als bedacht wordt dat werkneemster als gevolg van de coronacrisis nagenoeg alleen telefonisch heeft gesproken met de werkgever en de bedrijfsarts. Naar het oordeel van de kantonrechter legt dat een extra verplichting op werkneemster om haar gezondheidstoestand volledig en waarheidsgetrouw naar voren te brengen.
De bingoavonden die werkneemster heeft georganiseerd komen haar duur te staan.
Heeft u vragen, neem dan gerust contact op met een van onze leden van
Team Arbeidsrecht.