Medio maart zijn de voetbalcompetities in Nederland en de rest van de wereld door het coronavirus stilgevallen. Aanvankelijk werden sommige wedstrijden nog achter gesloten deuren gespeeld, gaandeweg werden steeds meer wedstrijden afgelast, maar vanaf 12 maart zijn in rap tempo alle competities stilgelegd. Na een korte quarantainebreak van enkele weken was het de bedoeling om de Eredivisie weer te hervatten, zodat die ruim voor het EK zou zijn uitgespeeld. Snel werd echter duidelijk dat dat een illusie was. Inmiddels is het EK definitief verplaatst naar 2021, waardoor de nationale competities ruimte hebben gekregen om voor 1 juli te kunnen worden afgewerkt.
Het kabinet heeft afgelopen maandag de eerder getroffen maatregelen ter verspreiding van het coronavirus echter verlengd tot 1 juni, maar dat geldt niet voor de sportwereld. Daarom hoopt de KNVB dat de Eredivisie toch nog voor 1 juli – weliswaar in ieder geval tot 1 juni zonder publiek - kan worden uitgespeeld. Inmiddels houdt de KNVB er echter al rekening mee dat er mogelijk ook na 1 juli nog zal moeten worden doorgespeeld om de competitie volledig te kunnen uitspelen voor het kampioenschap. Ook FIFA-voorzitter Gianni Infantino houdt daarmee rekening. Vorige week heeft hij al aangekondigd dat de Wereldvoetbalbond zal bekijken of er tijdelijke dispensatiemogelijkheden zijn binnen de bestaande transferregels. Veel spelerscontracten lopen immers af op 30 juni a.s. en veel nieuwe contracten gaan alweer in op 1 juli. Een list zal dus moeten worden verzonnen. Ook binnen de Premier League wordt nog gehoopt dat de competitie in juli kan worden uitgespeeld. Honderden miljoenen aan TV-gelden staan daar immers op het spel. Vraag is echter of het juridisch mogelijk en haalbaar is om de competities na 30 juni te continueren.
Arbeidsrechtelijke obstakels
Arbeidsrechtelijk is de positie van een betaald voetbalspeler gelijk aan een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Het voetbalcontract eindigt na het verstrijken van de afgesproken termijn (bijvoorbeeld drie jaar) van rechtswege op de afgesproken einddatum. Die einddatum is meestal 30 juni in enig jaar en de aanvangsdatum van het nieuwe contract is meestal 1 juli van enig jaar. Van rechtswege wil zeggen zonder dat er een handeling van partijen voor nodig is om het contract te laten eindigen. Wettelijk bestaat voor de club als werkgever nog wel de zogenaamde “aanzegverplichting”, wat inhoudt dat uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt de club moet aangeven of deze de arbeidsovereenkomst wil voortzetten. Maar in de toepasselijke cao is bepaald dat die mededeling ten aanzien van spelers met tussentijds verlengde aflopende overeenkomsten en diegenen die een optie in hun contract hebben uiterlijk op 31 maart (dus zelfs drie maanden voordat het contract afloopt) moet worden gedaan en die spelers moeten dan vernemen of ze een nieuw contract aangeboden krijgen.
Het beginsel van Contractsvrijheid
Bovenstaand beginsel, ook wel partijautonomie genoemd, houdt in dat partijen vrij zijn af te spreken (te contracteren) wat zij willen (inhoud) en met wie ze dat willen, zolang de overeenkomst maar niet in strijd is met de wet of goede zeden of met andere toepasselijke regelgeving. Dit beginsel is internationaal erkend.
Als het contract van een speler dus eindigt op 30 juni dit jaar, staat het hem en de club derhalve vrij om hun eigen nieuwe keuzes te maken. De speler kan vanaf dat moment bij iedere andere club in dienst treden. En de club kan een nieuwe speler aantrekken.
Nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd heeft de speler uiteraard geen recht meer op loon en is deze ook niet meer verplicht om de instructies van de werkgever op te volgen. Met het einde van de arbeidsovereenkomst is het werkgeversgezag immers eveneens geëindigd.
Dit wettelijke uitgangspunt wordt niet anders door een dispensatiebesluit van FIFA, UEFA of de KNVB. Indien de FIFA of UEFA of de KNVB zou besluiten dat de competitie na 30 juni wordt voorgezet om te kunnen worden uitgespeeld, neemt dat dus niet weg dat vele spelerscontracten op 30 juni a.s. gewoon eindigen en dat de betrokken clubs de betreffende spelers dan ook niet meer kunnen verplichten nog door te spelen.
Sterker nog, indien ze inmiddels een nieuw contract met een nieuwe club zijn aangegaan, staat het hen in beginsel vrij om vanaf 1 juli voor die nieuwe club uit te komen.
Arbeidsrechtelijk zouden de clubs en spelers van wie de contracten aflopen dus nader overeen moeten komen dat de arbeidsovereenkomsten voor de resterende duur van de competitie worden voortgezet. Maar moet dat dan voor alle spelers gelden? Of slechts voor de spelers die de club wenst te behouden? En wat te doen als de speler inmiddels een lucratief nieuw contract heeft bij een nieuwe club? Moet die nieuwe club dan gedwongen kunnen worden om die speler nog enige tijd af te staan aan zijn oude club? En wie betaalt dan het salaris? En wat voor de speler niet onbelangrijk is, welk salaris? Het oude, of het nieuwe? En wat te doen als de speler geblesseerd raakt? Wie draagt dat risico dan? De oude club, de nieuwe, of de KNVB, UEFA of FIFA?
Vele spelers van wie de contracten op 30 juni aflopen hebben inmiddels nieuwe contracten, dan wel concrete uitzichten daarop. Om hen te laten blijven om de competitie uit te kunnen spelen zullen er dus aanvullende contractuele afspraken moeten worden gemaakt tussen de speler, zijn huidige club en de nieuwe club. In een aantal gevallen zou dat misschien best mogelijk kunnen zijn, maar in vele gevallen zullen partijen het niet eens kunnen of willen worden. Dat betekent dat er op 30 juni sowieso spelers zullen vertrekken, terwijl de clubs hen nog even (één of enkele maanden) nodig hebben om de competitie te kunnen uitspelen. Om hen toch te verplichten ook na 30 juni aan de club verbonden te blijven om de competitie te kunnen uitspelen zal er nieuwe regelgeving van FIFA of UEFA en het (inter)nationale recht moeten worden gemaakt waarmee het beginsel van de contractvrijheid zou worden aangetast. Dat zou in strijd zijn met dit (inter)nationaal erkende beginsel en lijkt mij derhalve juridisch onmogelijk.
Mochten de competities niet voor 1 juli a.s. zijn afgerond, dan zullen de clubs vanwege de beëindigde contracten vanaf die datum qua samenstelling dus ingrijpend wijzigen. Spelers zullen gaan en nieuwe benodigde spelers zijn mogelijk nog niet aangetrokken. Daardoor zal er een dusdanige concurrentiële onbalans tussen de verschillende clubs en binnen de verschillende competities ontstaan dat die niet meer kunnen worden uitgespeeld zonder een eerlijke competitie geweld aan te doen. Een verder uitstel dan tot 1 juli zal hoe dan ook moeten leiden tot afstel.
Indien u meer wilt weten over dit onderwerp, neem dan gerust contact op met mij, lid Team Sportrecht.