Blog Door mr. S. (Sietske) Delen, mr. E.E. (Esther) Boone-Tange

Van de ratten besnuffeld!
De juridische kant van een rattenplaag

Op vrijdag 3 mei 2019 berichtte RTV Rijnmond erover: een rattenplaag rond een speelveldje. De ratten veroorzaakten onder meer verzakkingen in de tuinpaden, omdat ze onder de tegels doorgroeven. Maar wie is nu eigenlijk aansprakelijk voor de schade die een rattenplaag teweeg kan brengen? Deze juridische vraag is interessanter dan die op het eerste gezicht lijkt.

Het kenmerk van een rattenplaag is dat de ratten overal zitten. Dat is een open deur, maar het geeft wel meteen het probleem weer: het is lastig om één veroorzaker van een rattenplaag aan te wijzen. Als dat wel mogelijk is, is de kans dat schade succesvol verhaald kan worden groot. Dit was bijvoorbeeld het geval bij een houder van 33 cavia’s in open hokken, waardoor het knaagdierenvoer voor de ratten lag te lonken. Daarvan waren rapporten opgemaakt en dat leidde ertoe dat een vergoeding voor de schade aan de woning van de buurman werd toegekend (arrest Hof den Bosch van 1 november 2016).

Als het niet mogelijk is om één specifieke veroorzaker aan te wijzen, wordt vaak in de richting van een gemeente gewezen. Dit is deels terecht en deels onterecht. Terecht omdat een college van Burgemeester en Wethouders van een gemeente op basis van artikel 6 lid 1 Wet publieke gezondheid de zorg draagt voor de uitvoering van algemene ziektebestrijding. Ratten verspreiden bacteriën met de ziekte van Weil (leptospirose), een infectieziekte waartegen een college algemene preventieve maatregelen moet nemen. Naar onze mening gaat het om een inspanningsverplichting van een gemeente, omdat de Memorie van Toelichting slechts rept over een “algemene taak” van het college.

Met andere woorden, een gemeente hoeft niet onder alle omstandigheden alle schade te voorkomen. In dat opzicht is het, indien de gemeente aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan, onterecht dat naar een gemeente als aansprakelijke persoon wordt gewezen. Zolang een gemeente naar beste weten en kunnen zo adequaat mogelijk handelt, zal een gemeente niet snel aansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door een rattenplaag. Een gemeente kan bijvoorbeeld een protocol opstellen en uitvoeren, een voerverbod (aan dieren; om het rondslingeren van etensresten te voorkomen) instellen en de riolering, de groenvoorziening en een eventueel afvalprobleem aanpakken.

Uiteraard kan een gemeente ook aangeven welke maatregelen een bewoner of bedrijf zelf kan of moet nemen. Dat laatste aspect is ook van belang voor eventuele dossieropbouw: mocht een gemeente aansprakelijk gesteld worden en de gevraagde maatregelen zijn niet door de bewoner of het bedrijf getroffen, dan wordt dat in het voordeel van die gemeente meegewogen door de rechter.

Bovendien kan een college zijn bevoegdheden uit de Woningwet in combinatie met het Bouwbesluit aanwenden. In dat kader is uiteraard wel van belang dat gebreken aan woningen mede oorzaak zijn van de rattenplaag. Een gemeente kan echter niet zonder meer aansprakelijk worden gesteld door een derde als zij verzuimt van de onderzoeks- en aanschrijvingsplicht uit de Woningwet en het Bouwbesluit gebruik te maken, dat kan slechts in bijzondere omstandigheden.

Kortom, het is lastig om succesvol schade veroorzaakt door een rattenplaag te verhalen. Dat is anders als met rapporten kan worden aangetoond dat er één specifieke veroorzaker is, maar dat is bij een plaag vaak niet het geval. De gemeente is doorgaans alleen dan aansprakelijk als zij niet heeft voldaan aan haar inspanningsplicht op grond van de Wet publieke gezondheid of aan haar onderzoeks- en aanschrijfplicht op grond van de Woningwet. Want: een slapende kat vangt geen rat…

Auteurs

< Naar overzicht