Onder de werktitel ‘Natje, Droogje, Zoutje’ verzorgen wij regelmatig lezingen voor waterbeheerders. Daarin geven wij dan een update geven van recente ontwikkelingen op het gebied van aansprakelijkheid voor waterbeheer. Een aantal van de onderwerpen uit deze lezingen bespraken wij in onze meest recente nieuwsbrief Special Overheid en willen wij graag ook door middel van deze blogserie onder uw aandacht brengen. In deel 2 van de serie een korte update over de stelplicht en bewijslast:
De rechtspraak n.a.v. de zomerbuien in 2016 heeft tot dusverre laten zien dat het jurisprudentiële kader voor de beoordeling van zorgplichtschendingen van waterbeheerders, zoals dat volgt uit de arresten Bargerbeek, West-Friesland en Oude-Rijnstromen, nog steeds staat. Zoals wij in onze bijdrage in O&A onder verwijzing naar HR 2 juni 2017 (X/Staat) bespraken, betekent dit o.a. dat het op grond van de ‘normale’ regels over stelplicht en bewijslast (art. 150 Rv) aan eisers zal zijn om aan te tonen dat een waterbeheerder nalatig is geweest.
Dat dit in de praktijk vaak lastig is, omdat het om technisch complexe zaken gaat, doet hieraan in beginsel niet af. Dat bleek overigens al uit de overwegingen van de HR in het voornoemde Bargerbeek-arrest uit 1981.
Uit de zes hiervoor genoemde recente arresten blijkt dat het Hof Den Bosch geen aanleiding ziet om daar vandaag de dag anders mee om te gaan. Voor eisers is die opgave bepaald geen sinecure, want van hen wordt verwacht dat zij gedetailleerd aangeven wat een waterschap ten tijde van extreem weer anders had kunnen doen en waarom dat voor hun schade een positief effect zou hebben gehad. In de woorden van het Hof:
“[appellante] heeft niet althans niet voldoende concreet en specifiek (per perceel) onderbouwd wat het Waterschap meer of anders had kunnen en moeten doen en met name wat het effect hiervan was geweest op het schadebeeld (met betrekking tot het desbetreffende perceel).”
Zie verder de delen 1 en 3 t/m 7 van onze blogserie, voor een update over: watersysteemtoets en riooloverstorten, ophogen van gronden, opstalaansprakelijkheid, droogte, strafvervolging bij het vangen van een bever en schade ten gevolge van verzilting.