In 2021 zijn nog nooit zo weinig bedrijven failliet gegaan. Er is thans een kantelpunt te zien wat betreft het aantal faillissementen nu de coronasteunmaatregelen zijn stopgezet. Van de 488 faillissementen in het eerste kwartaal van 2022 maakte bijna 44 procent van de ondernemingen in de tweede helft van 2021 gebruik van de coronasteun. Dit meldt het CBS op basis van nadere analyses.
De Kamer van Koophandel verwacht meer faillissementen en bedrijven die er een punt achter zetten in de loop van 2022. Bij het faillissement van een onderneming gelden specifieke regels over de bestuurdersaansprakelijkheid. Een bestuurder kan verantwoordelijk worden gehouden voor het tekort in de faillissementsboedel op grond van artikel 2:248/139 Burgerlijk Wetboek indien de onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is. In dit kader zullen wij de komende weken een aantal actualiteiten op dit gebied bespreken.
Onrechtmatig handelen van een bestuurder bij slechte financiële situatie onderneming
In beginsel is alleen de vennootschap aansprakelijk voor de verplichtingen die zij is aangegaan, en voor de gevolgen van haar eventuele tekortkomingen. Soms kan ook een bestuurder, naast de vennootschap, aansprakelijk worden gesteld. Dit is het geval indien de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt ter zake van de benadeling. Van een persoonlijk ernstig verwijt is sprake als de bestuurder bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Dit wordt ook wel de Beklamel-norm genoemd. Het feit dat de bestuurder ook enig aandeelhouder was, doet hier niet aan af.
Wanneer een onderneming in zwaar weer verkeert, zullen bestuurders vaak proberen de onderneming draaiende te houden. Een bestuurder dient echter wel terughoudend te handelen als hij weet dat de vordering misschien wel onbetaald zal blijven. De Rechtbank Overijssel heeft op 30 maart jl. uitspraak gedaan over de situatie dat een bestuurder een aanzienlijke bate verwacht ten tijde dat een onderneming het financieel zwaar heeft.
Eiseres heeft meerdere werkzaamheden verricht in opdracht van Puur Interieur tussen maart 2017 en medio april 2018. De betaling van de facturen van eiseres bleef vervolgens uit ondanks verschillende toezeggingen van gedaagde. In de tussentijd heeft Puur Interieur een procedure gevoerd tegen Phardayso B.V.. In de procedure is aan Puur Interieur een bedrag van ongeveer € 72.000 toegewezen. Deze onderneming ging later failliet waardoor Puur Interieur met lege handen stond. Niet veel later is Puur Interieur geliquideerd. Puur B.V. was bestuurder en enig aandeelhouder van Puur Interieur B.V.. Via de doorkijkregeling werd de bestuurder en enig aandeelhouder van Puur B.V. als gedaagde opgeroepen in deze procedure. Eiseres stelt gedaagde aansprakelijk als bestuurder en indirect enig aandeelhouder van Puur Interieur voor het toezeggen van betalingen, terwijl hij op dat moment wist of behoorde te weten dat Puur Interieur de vorderingen van eiseres niet zou kunnen voldoen.
De rechtbank oordeelde dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres en aansprakelijk is voor de schade. Hoewel de verwachte inkomsten uit de procedure de vordering van eiseres overstegen, was de algehele financiële situatie van Puur Interieur bijzonder slecht. Gedaagde wist als bestuurder van Puur Interieur dat een faillissement op dat moment onafwendbaar was, doordat de schuldenlast de verwachte baten ruimschoots oversteeg. Er kan dan volgens de rechtbank geen sprake zijn van een situatie waarin een onderneming in financieel zwaar weer verkeert en probeert door ‘going concern’ te blijven, het hoofd boven water te houden zodat de openstaande schulden kunnen worden voldaan. Door betalingsregelingen te treffen en eiseres nog meer werkzaamheden te laten verrichten terwijl die onbetaald zouden blijven, heeft gedaagde onrechtmatig gehandeld. Als bestuurder van Puur Interieur kan gedaagde hiervan een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt.
Een bestuurder doet er verstandig aan terughoudend te handelen wanneer het financieel bijzonder slecht gaat met een onderneming. Het verweer dat de onderneming een bepaald bedrag verwacht zal niet volstaan wanneer de bestuurder toch nieuwe verplichtingen aangaat en deze vervolgens niet kan nakomen.
Mocht u vragen hebben over bestuurdersaansprakelijkheid in het ondernemingsrecht, dan kunt u contact opnemen met ons team ondernemingsrecht en huur en wisselen wij hierover graag verder met u van gedachten.