Gewijzigde ketenregeling terug bij af.
Op 1 januari 2020 treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. Deze wet maakt deel uit van een breed pakket aan maatregelen dat er op is gericht om de balans op de arbeidsmarkt te verbeteren. Onbalans op de arbeidsmarkt is er immers en die is ontstaan doordat de afgelopen 2 decennia werkgevers steeds vaker hebben gekozen voor flexibele arbeidsrelaties in plaats van vaste contracten. Grote verschillen in kosten en risico’s tussen vast en flex, zoals de loondoorbetaling bij ziekte, ontslagregels en Cao-bepalingen waren daarvoor de oorzaak.
De per 1 januari 2015 in werking getreden Wet Werk en Zekerheid (WWZ) had als doelstelling om die balans te verbeteren, maar dat is met de WWZ niet gelukt. Met de WAB probeert de wetgever de tekortkomingen van de WWZ te repareren en maakt zij het onaantrekkelijker om flexibele contracten en aantrekkelijker om vaste contracten aan te gaan.
Vorige keer heb ik de gewijzigde transitievergoeding besproken. Een andere belangrijke wijziging betreft de ketenregeling.
Op 1 januari 1999 is de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (de Flexwet) in werking getreden.
Eén van de kernelementen van de Flexwet was het streven naar evenwicht tussen de behoefte van werkgevers om gemakkelijker opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan enerzijds en de behoefte van werknemers aan arbeidszekerheid anderzijds. Dit streven kwam onder meer tot uitdrukking in de invoering van de zogenaamde “ketenregeling” neergelegd in artikel 7:668a Burgerlijk Wetboek.
De Flexwet bood werkgevers de mogelijkheid om met een werknemer binnen een periode van drie jaar (36 maanden) maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan, welke allen dan weer van rechtswege eindigden na het verstrijken van de overeengekomen termijn. Bij een voortgezette arbeidsovereenkomst ontstond pas vanaf
36 maanden of eerder bij het vierde contract van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Indien echter na 36 maanden, of eerder na het verstrijken van het derde contract, de arbeidsrelatie voor een periode van minimaal drie maanden werd onderbroken en daarmee de keten werd verbroken, konden dezelfde partijen opnieuw maximaal drie tijdelijke contracten in maximaal 36 maanden aangaan. De formule was dus: 3 x 3 x 3.
Bij Cao kon bovendien onbeperkt ten nadele van de werknemer van deze wettelijke regeling worden afgeweken.
Het toenmalige kabinet vond dat de Flexwet werkgevers teveel flexibiliteit en werknemers te weinig zekerheid bood. Daarom is de ketenregeling op 1 juli 2015 met invoering van de
Wet Werk en Zekerheid (WWZ) gewijzigd. Het toegestane aantal opvolgende arbeidsovereenkomsten bleef weliswaar drie, maar de maximum termijn werd teruggebracht van 36 naar 24 maanden. Ook werd de tussenpozenregeling aangepast, in die zin dat de onderbreking ten minste 6 maanden, in plaats van 3 maanden dient te zijn om een nieuwe keten te laten ontstaan. De formule werd dus: 3 x 2 x 6. Tot slot werd de onbeperkte mogelijkheid om bij Cao van de ketenbepaling af te wijken aan banden gelegd.
Onder de WAB wordt de beperking van de ketenregeling onder de WWZ weer deels tenietgedaan en wordt de regeling verruimd. De gemaximeerde periode waar binnen drie contracten voor bepaalde tijd kunnen worden aangegaan wordt weer verlengd naar
36 maanden, zoals dat ook het geval was onder de Flexwet.
De WAB houdt nog wel vast aan de WWZ onderbreking van ten minste 6 maanden om een nieuwe keten te kunnen starten, maar bij Cao kan ten aanzien van bij de Cao aangewezen functies de onderbreking worden verkort naar 3 maanden. Voor seizoensarbeid is dat nu al mogelijk. Als het in een bepaalde sector niet mogelijk is om een en ander bij Cao te regelen, kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op verzoek van de Stichting van de Arbeid bij ministeriële regeling de tussenpoos ten aanzien van bepaalde functies verkorten naar 3 maanden.
Tot slot is in de WAB bepaald dat de ketenregeling niet van toepassing is voor tijdelijke invalkrachten in het primair onderwijs die invallen in verband met vervanging wegens ziekte. Dit moet ervoor zorgen dat invalkrachten die invallen wegens ziekte van een leerkracht op tijdelijke basis kunnen blijven invallen, zonder dat na een aantal invalbeurten van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.
De nieuwe Ketenregeling kent geen overgangsrecht en geldt dus direct vanaf de invoering van de WAB op 1 januari 2020.
Zoals u ziet heeft de invoering van de WAB dus grote gevolgen voor de ketenregeling, maar daar blijft het niet bij. Er zijn voor de praktijk nog meer belangrijke veranderingen. Die zal ik de komende periode bespreken.
Indien u meer wilt weten over de WAB, neem dan contact op met een van onze leden van Team Arbeidsrecht.
Diel Boere
Jelle van Roeyen
Matthijs Hoekstra
Gracia Dierikx
Gülsüm Yilmaz