Op 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking getreden. De afgelopen periode hebben wij in verschillende blogs toegelicht welke veranderingen de WAB in de wet- en regelgeving heeft gebracht. In deze blog lichten wij toe hoe het overgangsrecht is geregeld. Het overgangsrecht bepaalt wanneer een beroep op de nieuwe regelgeving gedaan kan worden.
De cumulatiegrond
De WAB voegt een negende redelijke grond voor ontslag toe aan artikel 7:669 BW. Deze cumulatiegrond, de i-grond, maakt het mogelijk om meerdere ontslaggronden met elkaar te combineren. Bij toewijzing van het ontslagverzoek op de i-grond kan de rechter echter een extra vergoeding aan de werknemer toekennen van ten hoogste de helft van de transitievergoeding. De vraag is nu of in de ontslagprocedures die zijn gestart voor 1 januari 2020 een beroep op de i-grond kan worden gedaan. Het overgangsrecht bepaalt hierover dat de indieningsdatum van het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bepalend is voor een beroep op de i-grond. Indien het verzoek voor 1 januari 2020 is ingediend (dus voor de inwerkingtreding van de WAB), dan kan er geen beroep worden gedaan op de i-grond. Voorts is in de memorie van toelichting bepaald dat de i-grond niet geldt voor een hoger beroep tegen een beschikking in eerste aanleg, die is uitgesproken naar aanleiding van een ontbindingsverzoek dat voor 1 januari 2020 is ingediend. Ook voor het hoger beroep is de datum waarop de procedure in eerste aanleg aanhangig is gemaakt dus bepalend.
Transitievergoeding
Ook de wijze van berekenen van de transitievergoeding is gewijzigd. Werknemers hebben met de inwerkingtreding van de WAB vanaf de eerste dag van het dienstverband recht op een transitievergoeding (en niet pas na 24 maanden). De transitievergoeding bedraagt een derde maandsalaris voor elk jaar dat het dienstverband heeft geduurd. Voor de resterende duur van het dienstverband wordt de transitievergoeding naar rato berekend. Voor alle leeftijden wordt de berekeningswijze gelijk getrokken. De specifieke regels voor vijftig-plussers zijn komen te vervallen.
Het overgangsrecht regelt dat de transitievergoeding in een aantal situaties volgens het oude recht moet worden berekend, namelijk als:
- Het ontbindingsverzoek voor 1 januari 2020 is ingediend bij de rechter;
- De arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is opgezegd;
- De arbeidsovereenkomst wordt opgezegd na 1 januari 2020, maar de werknemer heeft al voor 1 januari 2020 schriftelijk ingestemd met de opzegging van de arbeidsovereenkomst;
- De ontslagaanvraag voor 1 januari 2020 is ingediend bij UWV.
Oproepkrachten
De WAB breidt de bescherming voor oproepkrachten uit door in artikel 7:628a lid 5 BW de werkgever de verplichting op te leggen om de oproepkracht een vaste arbeidsomvang aan te bieden als de arbeidsovereenkomst met de oproepkracht 12 maanden heeft geduurd. Als de werkgever geen aanbod doet, dan heeft de oproepkracht recht op loon gelijk aan het gemiddeld aantal arbeidsuren over de achterliggende 12 maanden.
In het overgangsrecht is bepaald dat alle werknemers met een oproepovereenkomst die op 1 januari 2020 langer dan 12 maanden heeft geduurd, binnen één maand een aanbod van de werkgever voor een vaste arbeidsomvang dienen te krijgen (dus voor 1 februari 2020 moet een aanbod gedaan worden). Werkgevers moeten iedere maand beoordelen of de oproepovereenkomst ten minste 12 maanden heeft geduurd en op basis daarvan een aanbod voor een vaste arbeidsomvang doen. Zou dit niet in het overgangsrecht geregeld zijn, dan zouden werkgevers geconfronteerd worden met de onwenselijke situatie dat oproepkrachten op 1 januari 2020 direct recht zouden hebben op loon over de arbeidsomvang, tenzij de werkgever voor 1 januari 2020 een aanbod voor een vaste arbeidsomvang heeft gedaan aan de oproepkracht.
Er is geen overgangsrecht voor de bepalingen met betrekking tot de oproeptermijn en het recht op loon bij het intrekken of wijzigen van de oproep binnen vier dagen voor de oproep. Deze bepalingen zijn op 1 januari 2020 onmiddellijk van kracht.
Ketenregeling
Volgens de WAB is het mogelijk om drie contracten voor bepaalde tijd overeen te komen binnen een periode van maximaal drie jaar en met tussenpozen van zes maanden (3x3x6). De maximale duur van de overeenkomsten is dus verruimd van twee naar drie jaar. De nieuwe ketenregeling kent geen overgangsrecht. Dit betekent dat de nieuwe ketenregeling onmiddellijke werking heeft vanaf 1 januari 2020.
Uit het voorgaande volgt dat het van belang is om te weten hoe het overgangsrecht onder de WAB is geregeld.
Wilt u meer weten over de WAB, neem dan contact op met een van onze leden van Team Arbeidsrecht.
Jelle van Roeyen
Diel Boere
Matthijs Hoekstra
Gracia Dierikx
Gülsüm Yilmaz